© Vendrig-Hoolwerf site
Koppeling
2.19 Koppeling
1. Zet de motor op de middenstandaard. Verwijder de onderkuip
2. Haal de olie uit de motor. (of zet haar/hem op zijstandaard, dan hoeft dat niet)
3. Verwijder de koppelingsdeksel (zie afbeelding)
K= klein 7x
L= lang 2x
ML= middellang 2x
4. Maak de koppelingveerbouten gelijkmatig in een patoon van kruislings los, dan verwijderen van de
bouten en veerplaat (zie afbeelding)
5. Verwijder het diafragmaveer (zie afbeelding).
6. Verwijder de veer zitting ( zie afbeelding)
7. Verwijder de drukplaat (zie afbeelding)
8. Verwijder de korte nokkenas en stalen kogel (zie afbeelding). Er is een andere langere stoterstang
achter de stalen kogel die kan worden verwijderd voor inspectie door middel van een magneet. Als het
niet gemakkelijk gaat moet je vanaf de andere kant erin.
9. Verwijderd de friktieplaten (7x) en stalen platen (6x) als een pak (zie afbeelding)
10. Maak de borgveer (nr 14) van de naafkoppeling los, dan verwijderen van de resterende stalen
plaat (1x), friktieplaat (1x), veer en zittingsplaat (smalle dukveer) (1x) zie afbeelding
Buig de geborgde sluitring (nr13) op de koppelingsasmoer (nr 12) (zie afbeelding) open. Verwijder
de moer, met behulp van een speciale bedrijfsgereedschap of een vergelijkbare iets om te
voorkomen dat de koppelingsnaaf gaat meedraaien. (of luchtsleutel, door de snelheid misschien los)
Gebruik een nieuwe bij de installatie.
Linksom
gewoon
draad
12. Verwijder de koppelingsnaaf/nok (nr 19) en druksluitring (nr 23) zie afbeelding
13. Draai een paar van 6 mm draad door 1.0 bouten in de kraag en trek het uit de koppelingdeksel. Al
s
de kraag er niet makkelijk eruit komt, langere bouten erin draaien en trekken.
14. Trek de lager (nr 21) eruit en de koppelingsbehuizing (nr22) verwijderen (zie afbeelding). Het is
een goed idee om de oliepomp aandrijfmechanismetandwiel te verwijderen, wat past op de transmis-
sie (overbrenging)as achter de kippelingshuisvesting, zodat de lager kan worden geinspecteerd
Inspectie
15. Onderzoek de tanden van het tandwiel op zowel de binnen- en buitenkant van oppeling behuizing
(nr 22). Als slijtage duidelijk is, de baas van de koppeling vervangen door een nieuwe.
16. Meet de vrije hoogte en kromtrekken van het diafragma veer (nr 3) (zie afbeelding).
Met een schuifmaat. Vervang de veer als het niet binnen de waarden vermeld in dit hoofdstuk
specificaties. (diafragma veer vrij hoogte minimum 6.0 mm en diafragma veer warp
(draaiing/kromtrekken) limiet 0.1 mm)
17. Als het materiaal van de voering van de wrijving platen verbrande ruikt of is geglazuurd, zijn
nieuwe onderdelen vereist. Als de stalen platen van de koppeling ingesneden of verkleurd; moet
worden vervangen door nieuwe. Meten van de dikte van elke wrijving plaat(zie afbeelding)
(denk nr 6,8,16 onderdeel van de koppelingpakket) en vergelijken de resultaten met het
hoofdstuk specificaties. Vervang de wrijving platen als een set al in de buurt van de grens van
slijtage is.
(friction plate thickness
Standaard
2.9 to 3.1 mm
Minimum
2.8 mm )
18. Leg de metalen platen, één tegelijk, op een perfect vlak oppervlak en controle op kromtrekken
door te proberen om de voelemaatr tussen het platte oppervlak en de plaat te schuiven (zie
afbeelding). De voelermaat moet dezelfde dikte als de kromtrekken limiet opgenomen in de
hoofdstuk specificaties.(steel plate thickness 1.9 to 2.1 mm en steel plate warpage limet
0.1mm) Dit doen op verschillende plaatsen rond de omtrek van de plaat. Als de meter voeler kan
worden gleed onder de plaat, is krom en moet worden vervangen door een nieuwe.
19. Controleer de lipjes op de friktieplaten voor overmatige slijtage en paddestoelachtige randen. Ze
kunnen worden gereinigd met een vijl als de vervorming niet ernstig is.
20. Controleer de randen van de sleuf (ruimte) in de koppelingsbehuizing voor inspringingen
(Beschadigingen) gemaakt bij de wrijvingplaat tabbladen (zie afbeelding). Als de inspringingen diep
zijn kan de koppeling niet vrijgeven/ontspannen ( release), zodat de behuizing moet worden
vervangen door een nieuwe. De inspringingen kunnen gemakkelijk worden verwijderd met een vijl,
hierdoor kan het leven van de behuizing worden verlengd tot op zekere hoogte.
21. Controleer de koppeling veerplaat, koppeling naaf, borgring, koppelingsnaaf voor slijtage en
schade. Vervanging van versleten of beschadigde onderdelen.
21 toevoeging, als de koppelingsplaten vergumd zijn, leg ze een nachtje in thinner of maak ze met een
schuursponsje en thinner schoon. Indien dit niet heeft geholpen de koppelingsplaten vervangen
door nieuwe. (BIJ MIJ HEEFT HET NIET GEHOLPEN)
22. Als u de lange stoterstang hebt verwijderd, controleert u of het is niet gebogen (rol op een
perfect vlak oppervlak of gebruik V-blokken en een externe indicator)
23. Controleer de release(druk) lagers en koppeling huisvesting op slijtage, schade of ruwheid.
Vervang de lagers als hun toestand onzeker of uiteraard slecht is. Controleer het steunvlak in de
koppelingshuis en vervang de koppeling huisvesting als het versleten of beschadigd (zie afbeelding)
Inspecteer de sleuven in de koppeling huisvesting en de aandrijving nokken van de oliepomp tandwiel
en vervanging van versleten of beschadigde onderdelen (zie afbeelding), als u de olie pomp station
tandwiel hebt verwijderd, inspecteren de lagers en vervang die deze indien gedragen van beschadigd
24. Controleer de demper ? (damper) in de koppelingsbehuizing voor schade. Als er geen zichtbare
gebreken aanwezig zijn, uit elkaar halen om alle onderdelen ervan te controleren (zie punt 20)
25. Verwijder alle sporen van de oude pakking materiaal uit de koppeling dekking en de aanliggende
oppervlak op het carter.
26. Controleer de korte nokkenas en stalen kogel voor slijtage of schade en vervang ze als gebreken
zichtbaar zijn. Installeer een nieuwe O-ring op de nokkenas (zie afbeelding)